2 Nieuwe en gewijzigde standaarden per 1 januari 2014
Nieuwe en gewijzigde standaarden per 1 januari 2014
De toegepaste grondslagen van de financiële verslaggeving zijn consistent met die van het voorgaande boekjaar, met uitzondering van de nieuwe en gewijzigde IFRS standaarden en IFRIC interpretaties. Op het boekjaar 2014 zijn de volgende nieuwe en gewijzigde IFRS standaarden en IFRIC interpretaties van toepassing:
- IFRS 10 - Geconsolideerde jaarrekening – vervangt deels IAS 27 en interpretatie SIC 12 wat betreft de bepaling van de mate van zeggenschap in andere entiteiten en de verplichting tot consolidatie. De wijzigingen in IFRS 10 definiëren een investeringsentiteit als een aparte entiteit, die vrijgesteld wordt van de boekhoudkundige consolidatievereisten. In de plaats daarvan dienen deze entiteiten hun investering in dochtermaatschappijen op basis van reële waarde te meten door de winst- en verliesrekening. In overeenstemming met IFRS 10 is zeggenschap gebaseerd op het feit of de investeerder (1) overheersende zeggenschap heeft over de entiteit, (2) onderhevig is aan, en rechten heeft op, variabele rendementen uit de investering in de entiteit en (3) de mogelijkheid heeft om zijn overheersende zeggenschap te gebruiken om het bedrag van deze rendementen te beïnvloeden. De standaard heeft geen effect op Q-Park aangezien deze geen wijziging in de vastgestelde zeggenschap tot gevolg heeft.
- IFRS 11 - Gezamenlijke overeenkomsten - nieuwe standaard welke voorschriften bevat omtrent de verantwoording van gezamenlijke activiteiten onder gezamenlijke zeggenschap.
- IFRS 12 - Informatieverschaffing over belangen in andere entiteiten - nieuwe standaard welke voorschriften bevat omtrent de verantwoordingsinformatie over belangen in andere entiteiten.
- IAS 32 - Financiële instrumenten: Presentatie - Salderen van financiële activa en financiële verplichtingen, deze wijzigingen verduidelijken de regels omtrent saldering van financiële activa en financiële passiva in de jaarrekening. Daarbij gaat het om nadere uitleg over wanneer er sprake is van een in rechte afdwingbaar recht om te salderen en wanneer er sprake is van het gelijktijdig realiseren van een financieel actief en het afwikkelen van een financiële verplichting. Aangezien Q-Park geen financiële activa en financiële passiva heeft welke in aanmerking komen voor saldering, heeft deze wijziging geen effect op de bedragen zoals opgenomen in de geconsolideerde jaarrekening.
- IAS 36 - Bijzondere waardeverminderingen van activa - wijziging welke de onbedoelde consequenties van IFRS 13 omtrent de toelichting van realiseerbare waarden van kasstroom genererende eenheden corrigeert. De wijziging heeft slechts betrekking op de toelichting en is niet van invloed op de financiële positie van Q-Park.
- IAS 39 - Financiële instrumenten: Opname en waardering - Vernieuwing van derivaten en voortzetting van hedge accounting, deze wijziging voorziet in voortzetting van hedge accounting in situaties waarin een centrale tegenpartij (als gevolg van wet- en/of regelgeving) in het kader van een novatie de plaats inneemt van een tegenpartij bij een derivaat dat als een afdekkingsinstrument is aangewezen. Deze wijziging heeft geen gevolgen voor de jaarrekening van Q-Park aangezien een dergelijke novatie zich niet heeft voorgedaan.
- IFRIC 21 - Heffingen van overheidswege - geeft nadere toelichting op de opname en verwerking van overheidsheffingen. De toepassing van deze interpretatie leidt niet tot materiële verschillen in de jaarrekening van Q-Park.
Standaarden die zijn gepubliceerd maar nog niet van kracht zijn
De hiernavolgende, voor Q-Park relevante standaarden waren op de datum van publicatie van de jaarrekening uitgegeven, maar nog niet van kracht. Hier zijn alleen de standaarden en interpretaties opgesomd waarvan een redelijke verwachting bestaat dat deze bij toekomstige toepassing een impact kunnen hebben op de toelichtingen, de financiële positie of de resultaten van Q-Park. Deze standaarden en interpretaties zullen worden toegepast zodra deze van kracht zijn:
- IFRS 9 - Financiële instrumenten – introductie van een nieuw kader voor classificatie en waardering van financiële vaste activa, van kracht per 1 januari 2018.
- IFRS 11 - Gezamenlijke overeenkomsten - aanpassing ter verduidelijking dat de verwerving van een belang in een gezamenlijke bedrijfsactiviteit moet worden verwerkt in overeenstemming met IFRS 3 - Bedrijfscombinaties, indien deze bedrijfsactiviteit voldoet aan de definitie van een bedrijf zoals bepaald in IFRS 3, van kracht per 1 januari 2016.
- IFRS 15 - Opbrengsten uit contracten met klanten - introductie van een nieuw model voor de opname van opbrengsten, welke van toepassing is op alle contracten met klanten behalve voor deze welke in het toepassingsgebied liggen van andere IFRS standaarden zoals leasing, verzekeringscontracten en financiële instrumenten, van kracht per 1 januari 2017.
- IAS 1 - Presentatie van de jaarrekening - geeft bijkomende richtlijnen die het materialiteitsbegrip dat wordt gehanteerd in de toelichtingen verder verduidelijkt, van kracht per 1 januari 2016.
- IAS 16 en IAS 38 - Materiële vaste activa en immateriële activa - geeft bijkomende richtlijnen voor de afschrijving van materiële vaste activa en immateriële activa, van kracht per 1 januari 2016.
- IAS 19 Personeelsbeloningen – Toegezegde pensioenregelingen: Werknemersbijdragen.
De onderneming verwacht dat deze veranderingen niet van materiële invloed op de jaarrekening zijn.
